Veelbelovende immunotherapie en personalized therapy
Hoewel het nog niet zo ver is dat we kanker een chronische ziekte kunnen noemen, hebben wetenschappers zich al positief over dat toekomstbeeld uitgelaten. Veelbelovende ontwikkelingen in de oncologie die daaraan zullen bijdragen, zijn immunotherapie en personalized therapy.
De opkomst van immunotherapie
Dat kanker een directe relatie heeft met het immuunsysteem, weten we al langer. De daarop gebaseerde immunotherapie kennen we ook al sinds de jaren 90. Recentelijk echter riep het gerenommeerde wetenschapsblad Science immunotherapie uit tot ontdekking van het jaar. Dat heeft volgens hoogleraar Jolanda De Vries te maken met grote klinische trials, die in 2013 een interessante uitkomst lieten zien. “Daardoor weten we uit een enorme hoeveelheid data onomstotelijk dat immunotherapie werkt.” De Vries is hoogleraar aan Radboudumc in de translationele tumorimmunologie. Translationeel onderzoek slaat een brug tussen de resultaten in het laboratorium en de toepasbaarheid voor de patiënt.
Wat doet immunotherapie?
Er zijn twee varianten van immunotherapie. De ene variant stimuleert het immuunsysteem, de andere variant haalt de rem die kanker op het immuunsysteem heeft gezet, eraf. Dat laatste gebeurt door medicijnen; met de eerste variant houdt De Vries zich bezig. “We halen de cellen die de afweercellen (T-cellen) moeten stimuleren uit het lichaam. Buiten het lichaam trainen we deze cellen en dan plaatsen we die weer in het lichaam terug. Zo krijgt het immuunsysteem versterking en verslaat de kankercellen. Het lichaam kan het dus zelf, maar heeft een zetje nodig.” Juist voor kankersoorten waarbij geen andere therapie goede resultaten liet zien, is immunotherapie succesvol. Groot voordeel is bovendien dat er geen noemenswaardige bijverschijnselen zijn, die bij andere therapieën vaak wel de kop op steken.
Onderzoek in de farmaceutische industrie
Het onderzoek concentreert zich op het identificeren van de receptoren die als rem fungeren. Hierdoor kunnen medicijnen ontwikkeld worden, die de rem op het afweersysteem moeten opheffen zodat het immuunsysteem weer functioneert. De Vries: “Er zijn al veelbelovende ontwikkelingen met verschillende receptorenremmers, net als er verschillende vormen van chemotherapie zijn.” De Vries vermoedt dat de combinatie van de verschillende vormen van immunotherapie – het trainen van afweercellen en het remmen van receptoren – voor een doorbraak gaat zorgen.
Immunotherapie kan ook veel betekenen in de preventieve sfeer, voor mensen die erfelijk zijn belast met een bepaalde genetische structuur. De Vries: “Die kunnen we in de toekomst begeleiden voordat sprake is van tumoren, door de cellen al in een vroeg stadium te trainen zodat zij preventief optreden tegen kankercellen.”
Wat is targeted therapy?
De genetische structuur van de individuele mens ligt ook aan de basis van een andere ontwikkeling in de oncologie: targeted therapy. Bij dergelijke doelgerichte behandeling bepaalt de individuele genetische mutatie welke behandeling iemand krijgt. Niet of de patiënt long-, borst-, /of darmkanker heeft, is bepalend voor de behandeling, maar welke mutaties in kankercellen optreden, legt moleculair geneticus en kankeronderzoeker René Bernards uit.
“Tumoren die er onder de microscoop identiek uitzien, kunnen qua mutaties verschillen. Maar ook omgekeerd: tumoren die in volstrekt andere organen zitten, kunnen qua mutaties hetzelfde zijn en kunnen dus op dezelfde manier behandeld worden. Niet het orgaan, maar de mutaties in het DNA staan centraal bij het bepalen van de behandeling.”
Het Center for Personalized Cancer Treatment
Voordat de farmaceutische industrie een bepaalde targeted therapy beschikbaar stelt aan een patiënt, moet eerst duidelijk zijn welke mutaties hij heeft. Targeted geneesmiddelen hebben namelijk alleen zin bij bepaalde mutaties. “Die patiënten moeten we dus kunnen identificeren om ervoor te zorgen dat dergelijke medicijnen ook bij hen terechtkomen. Zulke patiënten komen dan in een klinisch traject.”
Het in kaart brengen van alle mogelijke mutaties is een omvangrijke operationele operatie, waarvoor Bernards en collega’s het Center for Personalized Cancer Treatment hebben opgericht. “Wij kijken naar 2000 verschillende genen, dat is 10 procent van alle genen van de mens. Eigenlijk alle genen die bij kanker betrokken kunnen zijn. Die nemen we inmiddels allemaal in de standaardanalyse mee.” Er is wereldwijd veel samenwerking tussen verschillende onderzoekers op het gebied van kanker. “We hebben van tienduizenden patiënten inmiddels de mutaties in het DNA bepaald. Daarmee hebben we een heel complete inventaris van veranderingen in het DNA van kankercellen, een enorme internationale database. Dat is een grote sprong voorwaarts geweest.”
Chemotherapie versus targeted therapy
Helaas zijn er nog lang niet voor al die mutaties targeted therapy’s. Bernards: “Een handjevol nog maar. Ongeveer 95 procent van de patiënten is nog steeds afhankelijk van conventionelere behandelingen als chemotherapie. Voor ongeveer 5 procent van alle kanker is een targeted therapy beschikbaar, daarmee zijn we in de beginfase.” Targeted therapy is doelgericht, het valt primair de kwaadaardige cellen aan. Chemotherapie beschadigt veel meer cellen, waaronder gezonde, met allerlei bijverschijnselen als bloedarmoede of darmproblemen. Toch werkt chemo heel goed bij een deel van de patiënten, maar welke dat zijn, is in de oncologie nog steeds een mysterie, ondanks 30 jaar onderzoek.
“We kunnen nog steeds heel slecht voorspellen of iemand goed gaat reageren op chemo. Dat is een ander aspect van personalized therapy: beter begrijpen waarom de ene mens wel en de andere geen goede resultaten boekt met chemotherapie. Een gen kan meer of minder actief worden. Of kan veranderen qua structuur. Beide effecten dragen bij aan kanker. We kunnen therapie afstemmen op verandering in DNA maar ook op de activiteit van een gen. Maar voorspellen wie goed op chemo zal reageren, blijft enorm lastig, al maken we ook hier belangrijke vorderingen.”
De invloed van leefstijl
Het is een aspect van het oncologische onderzoek dat ook speelt in de immuuntherapie. De Vries: “Waarom de ene patiënt goed reageert op immuuntherapie en de andere niet, is heel lastig te bepalen. We vermoeden dat het genetische profiel van de individuele mens daarvoor verantwoordelijk is. Maar het immuunsysteem is complex.” De invloed van leefstijl is er zeer waarschijnlijk ook, zeggen beide onderzoekers. De Vries: “Als de tumor veel lichaamsvreemde eiwitten heeft, dan reageren mensen beter op immuuntherapie in combinatie met een gezonde leefstijl.” Maar leefstijl speelt daarnaast voornamelijk een rol in het voorkomen van kanker. De invloed van leefstijl voor alle vormen van kanker samen wordt geschat op ongeveer 40 procent. Een gezonde leefstijl is dus noodzakelijk. Ook nieuwe behandelingen van kanker zullen niet vrij zijn van bijeffecten. Voorkomen blijft belangrijker dan genezen.
Reactie
Jammer dat veel artsen het fijn vinden dat kanker een chronische ziekte wordt. Ik heb een indolent non-Hodgkin lymfoom. Dit geneest nooit is mij verteld en dus chronisch te moemen. Ik leef hier elke dag mee en ervaar dit als erg belastend. Ook voor mensen met chronische pijn lijkt het me vreselijk om te horen dat kanker nog maar chronisch is. Alsof een chronische ziekte niet erg is. Wat jullie bedoelen is dat het geen dodelijke ziekte meer is. Ik zou het fijner vinden wanneer dat gewoon gezegd zou worden. Groet, Anja.
Plaats een opmerking