Hemofilie bij kinderen
Het is zaak om hemofilie zo vroeg mogelijk bij jongens te diagnosticeren. Zo kan een adequate behandeling in een gecertificeerd Hemofiliebehandelcentrum starten waardoor blijvende schade aan gewrichten wordt voorkomen. Kinderarts dr. Marjon Cnossen van het Erasmus MC-Sophia Kinderziekenhuis vertelt over haar ervaringen met kinderen met hemofilie.
Op welke leeftijd wordt hemofilie bij jongens over het algemeen gediagnosticeerd?
“Dat is afhankelijk van de ernst van de hemofilie en of al bekend is of de ziekte in de familie voorkomt. Hemofilie is namelijk een X-gebonden erfelijke aandoening. Als je weet dat de moeder draagster is van hemofilie en daarmee het gemuteerde gen bij zich draagt op het X chromosoom, heeft ze als ze van een jongen zwanger is 50% kans op een zoon met hemofilie en als ze een meisje krijgt 50% kans op een dochter die draagster is.
Tijdens de zwangerschap kan door middel van echo’s het geslacht bepaald worden óf door prenatale diagnostiek werkelijk gekeken worden of het kind hemofilie heeft. Als voor het eerste wordt gekozen en het kind een jongetje is, is het belangrijk dat de moeder van het kind bevalt in een Hemofiliebehandelcentrum om zo nodig moeder en zoon met stollingsfactoren door experts te kunnen behandelen. De bevalling gebeurt dan atraumatisch om bloedingen bij het jongetje te voorkomen. Dit wil zeggen dat er geen kunstverlossing (vacuüm, forceps) wordt verricht en geen bloedafnames uit de hoofdhuid worden afgenomen.
Direct na de geboorte wordt bloed afgenomen uit de navelstreng om te bepalen of het jongetje wel of geen hemofilie heeft. Bij ernstige hemofilie is dit meteen duidelijk, bij mildere vormen kan een extra bloedafname op een later tijdstip soms noodzakelijk zijn. In Nederland speelt de klinische genetica een belangrijke rol in de diagnose stelling van draagsterschap en zijn we vaak op de hoogte of hier sprake van is bij een moeder. Echter, in 30 procent van de nieuw met hemofilie gediagnosticeerde jongens is sprake van een spontane mutatie. Dit wil zeggen dat moeder niet op de hoogte is of kan zijn dat zij draagster is (nieuw of “de novo” ontstaan) of de mutatie is tijdens de conceptie bij het kind ontstaan. Dit is belangrijk om te beseffen: een familie anamnese zonder bloedingsziekten betekent niet dat het kind geen hemofilie of andere stollingsstoornis kan hebben.”
Hoe komt het kind zonder belaste familie anamnese bij de kinderhematoloog terecht?
“Als je op jonge leeftijd ernstige hemofilie hebt, heeft dat flinke consequenties voor het kind en het gezin omdat je na de eerste grote spier- of gewrichtsbloeding start met het toedienen van profylaxe. Dit is het “ter bescherming” toedienen van stollingsfactoren via het aanprikken van een bloedvat om spontane bloedingen te voorkomen. Dit gebeurt eerst een keer per week en wordt snel opgehoogd naar twee tot drie keer per week. Daarnaast wordt het kind on demand behandeld met stollingsfactoren als er sprake is van een bloeding. Bij kinderen met een mildere vorm van hemofilie wordt vooral on demand behandeld. Doordat wij in Nederland profylaxe kunnen toedienen wordt de schade aan de gewrichten door frequente bloedingen grotendeels voorkomen.”
Er is veel verbeterd in de laatste decennia.
“Het leven van deze patiënten is op alle vlakken sterk verbeterd door profylaxe, door thuisbehandeling, door veilige stollingsfactorconcentraten en door gespecialiseerde behandelteams in de gecertificeerde Hemofiliebehandelcentra in Nederland. De komende tijd zullen er nog verdere verbeteringen worden geïmplementeerd zoals andere behandelstrategieën, meer aandacht voor therapietrouw en steeds meer op de individuele patiëntgerichte therapie, de zogenaamde personalized dosing.”
Reactie
Ook ik heb nooit geweten dat ik een stollingsziekte had. Ooit heeft een tandarts mij naar het ziekenhuis gestuurd voor een test, omdat ik heel lang bleef nabloeden na het trekken van twee tanden. Het ziekenhuis zei dat er niets aan de hand was. Mijn dochters zijn thuis geboren, wat dus niet had mogen gebeuren. Mijn jongste dochter had vaak heftige bloedneuzen, het spoot er uit als een fontein en duurde een kwartier tot twintig minuten. Ze werd naar het ziekenhuis gestuurd om de aders dicht te branden, ze werden bevroren, ze moest naar de allergoloog. Toen ze begon te mensrueren was dat zo heftig dat ze soms flauw viel en iedere twee maanden zware bloedarmoede had, net als ik. Pas toen een familielid ons bestaan zich herinnerde, bleek dat we Von Willebrand hadden. Mijn beide grootouders hadden het, mijn Oma heeft thuis 7 kinderen ter wereld gebracht en 5 kinderen hadden het ook, waaronder mijn vader. Dat er in de jaren rond de oorlog nog niets bekend was dat snap ik nog wel, maar mijn dochter is van 1974 en kreeg in de jaren 80 veel problemen en nooit is er een lampje gaan branden bij onze huisarts en in het ziekenhuis. Pas bij het maken van een stamboom ontdekte de familie dat ze ons waren vergeten en werden we opgeroepen voor een test door middel van een dagopname.We hebben allebei Von Willebrand type 2A. Helaas was ik een half jaar daarvoor geopereerd aan een dubbele hernia er waren twee bogen verwijderd en er was nog een ernstige stenose. De arts die deze operatie uitvoerde heeft er een knoeiboel van gemaakt en dat kostte me 23 maanden plat op bed liggen en via een patiëntenvereniging kreeg ik een oproep voor een onderzoek buiten de regio waar ontdekt werd wat er allemaal verknoeid was. Ik heb vijf hersteloperaties gehad en kon toen weer redelijk lopen. Mijn kleinkinderen zijn in het ziekenhuis geboren uit veiligheid en mijn kleinzoon heeft ook Von Willebrand. Tegenwoordig zijn er ook vrouwen met hemofilie, de meesten met hemofilie A. Helaas heb ik nu een nieuwe heup nodig en ben ik afhankelijk van een Universitair ziekenhuis door de Von Willebrand en het AMC heeft een wachtlijst van meer als een jaar voor mensen met Hemofilie of Von Willebrand alleen al voor het polie bezoek, pas daarna kom ik op de wachtlijst voor een operatie. Zo kan het je leven behoorlijk vergallen.
Plaats een opmerking