Onderzoek naar de mondgezondheid van kwetsbare ouderen
Kwetsbare ouderen hebben vaak een slechte mondgezondheid, met name wanneer ze in een verpleeghuis verblijven. En dat ligt veelal niet, zoals veel mensen denken, aan de verzorging in die verpleeghuizen. Meer dan tachtig procent van de patiënten heeft al bij opname een matige tot slechte mondgezondheid.
Het gaat vooral om ouderen die nog een eigen gebit hebben. Een eigen gebit hebben is heel goed, maar het eigen gebit vereist wel een intensieve mondzorg. En dat is niet altijd gemakkelijk als ouderen gezondheidsproblemen hebben en zorgafhankelijk thuis wonen.
Mondzorg is heel persoonlijk
Kinderen, mantelzorgers, de thuiszorg en wijkverpleegkundigen constateren doorgaans wel snel problemen met het schoonhouden van het huis, de kleding en de persoonlijke hygiëne. En ook wordt wel opgemerkt dat iemand een slechte adem heeft. Maar de vraag of iemand nog wel goed de tanden poetst wordt zelden gesteld.
“Het is ook iets dat heel erg persoonlijk is”, weet dr. Anita Visser, voorzitter Commissie Bijzondere Zorggroepen van de Koninklijke Maatschappij tot der bevordering der Tandheelkunde. “Veel mensen zien er tegenop om de tanden van iemand anders te poetsen. Tegelijkertijd is het voor ouderen heel moeilijk om toe te geven dat ze niet meer voor hun eigen gebit kunnen zorgen. Dat iemand je wast en helpt met aankleden is tot daar aan toe. Maar tanden poetsen is een hele intieme verzorging.”
Een alarmerend onderzoek naar mondgezondheid
Omdat zij in hun eigen praktijken vaak mondzorgproblemen zagen bij ouderen, hebben gespecialiseerd tandartsen geriatrie Arie Hoeksema en Anita Visser onderzoek gedaan naar de mondgezondheid bij 1.300 ouderen die de afgelopen tien jaar werden opgenomen in een verpleeghuis.
Naarmate hun onderzoek vorderde, bleek de situatie ronduit alarmerend. Bij verreweg de meeste nieuwe cliënten in het verpleeghuis was sprake van vieze, versleten en slecht passende gebitsprotheses, onverzorgde implantaten, afgebroken tanden en kiezen, ernstige tandplak, ontstoken tandvlees en etensresten.
Betere controle op mondzorg nodig
Hoewel de Inspectie voor de Gezondheidszorg bij inspectiebezoeken in verpleeghuizen nu ook controleert op mondzorg is dat niet voldoende. De problemen ontstaan immers doorgaans al in de aanloopperiode naar een opname. Het zijn daarom volgens Hoeksema de huis- en tandartsen waar de ouderen vaak al decennialang onder behandeling zijn die hun zorgtaken zouden moeten uitbreiden. “Als iemand niet meer voor controles komt, bel dan eens op en vraag of daarvoor een reden is. En ga eens op huisbezoek als iemand te ziek is om naar de praktijk te komen.” Ook de huisarts doet er goed aan na te gaan hoe het met de mondgezondheid is. “De arts zou ook naar iemands gebit moeten kijken als er gezondheidsklachten zijn. Vraag wanneer iemand voor het laatst naar de tandarts is gegaan. En als die datum ver in het verleden ligt, vraag dan waarom.”
Een verhoogd risico op gezondheidsproblemen
Wie een slechte mondgezondheid heeft, loopt een verhoogd risico op gezondheidsproblemen zoals een longontsteking, hartklachten, een delier en zelfs een hersenbloeding. Bovendien gaat het kauwen slecht als je mondproblemen hebt. Ook veel medicatie werkt minder goed en patiënten zijn moeilijker in te stellen. “Een goede mondgezondheid is veel belangrijker dan men denkt”, stellen Hoeksema en Visser. “Het is hoog tijd dat dit meer aandacht krijgt.”
Reactie
Geen reacties!
U kunt de eerste opmerking plaatsen.
Plaats een opmerking