Bij vermoeden van etalagebenen: wat onderzoekt de huisarts?
Hoe onderzoekt de huisarts je als die vermoedt dat je etalagebenen hebt? Huisarts Mirthe Bakker vertelt welke test zij uitvoert als zij denkt dat een patiënt mogelijk aan perifeer arterieel vaatlijden (PAV) lijdt.
“Uiteraard vraag ik eerst naar de klachten,” legt dokter Bakker uit. “Begint één van de benen pijn te doen na een bepaalde afstand te hebben gelopen? En trekt dat weer weg als je even stilstaat? Dan kan dat duiden op perifeer arterieel vaatlijden, oftewel etalagebenen. Ik zal bloedprikken en vragen of iemand wondjes op de benen of voeten heeft die maar niet dicht willen gaan, of iemand warme of koude voeten heeft en of iemand rookt en in welke mate hij of zij aan beweging doet.”
Enkel-arm-index
Dokter Bakker: “De antwoorden op die vragen geven me al een goed beeld. Maar het echt vaststellen van etalagebenen doe ik met een speciaal apparaat en meet ik de enkel-arm-index. Dit meet of de bloeddruk in de enkels anders is dan in de armen. Dat werkt zo: terwijl de patiënt plat op de behandeltafel ligt, meet ik tegelijkertijd de bloeddruk aan de linker- en rechterarm. De hoogste waarde telt. Daarna meet ik de bloeddruk in de enkels. De uitkomsten van de armen en enkels deel ik door elkaar, waarmee de uitslag bepaalt of er sprake is van etalagebenen. Alle getallen onder de 1.0 duiden op perifeer arterieel vaatlijden. De bloeddruk in de enkels is dan lager dan in de armen. Dat wijst erop dat de doorbloeding in een been niet goed is.”
Na drie maanden opnieuw meten
“Alles bij elkaar duurt zo’n meting ongeveer een kwartier. Vandaar dat ik er altijd een aparte afspraak voor inplan. We kunnen dan daarna ook rustig de uitslag bespreken. Ik leg dan uit wat iemand zelf kan doen om de etalagebenen te verhelpen. Dat komt bij de meeste mensen neer op stoppen met roken, starten met looptraining en gezonder gaan eten. Twee weken na de diagnose bel ik om te vragen of alles duidelijk is en of ik nog ergens mee kan helpen. Als mensen dan inderdaad zelf met hun leefstijl aan de slag gaan, plannen we een maand of drie later een nieuwe afspraak in. Ik doe dan opnieuw een enkel-arm-index om te kijken of er verbetering is. Is dat het geval, dan moedig ik patiënten aan om de dagelijkse wandeling en gezonde leefstijl vol te houden. Daarmee voorkom je namelijk nieuwe klachten. Is er niks verbeterd,” besluit dokter Bakker, “dan zal ik iemand doorverwijzen naar het ziekenhuis.”
Dit artikel is financieel mogelijk gemaakt door Bayer. De hierin besproken meningen en ervaringen zijn afkomstig van de geïnterviewde personen, Bayer heeft geen invloed op de inhoud gehad.
PP-XAR-NL-0300-1
Reactie
Geen reacties!
U kunt de eerste opmerking plaatsen.
Plaats een opmerking