Een sluipmoordenaar op het werk
Een wegwerker herstelt schade aan het wegdek te midden van honderden passerende auto’s. Een boer ploegt zijn akker om nieuwe groenten te kunnen verbouwen. Een lasser creëert een verbinding tussen twee metalen frames. Wat hebben deze personen gemeen? Ogenschijnlijk lijkt een vergelijking te stranden bij de conclusie dat zij allen een alledaags beroep uitoefenen, maar toch is er nog een andere, vervelende overeenkomst. Onbewust lopen zij namelijk een risico op
het oplopen van een beroepslongziekte die in het uiterste geval de dood tot gevolg kan hebben. Het langdurig inademen van (fijn)stof, uitlaatgassen en metaaldamp is immers funest voor de gezondheid.
Damp, stof of rook
De risico’s klinken wellicht overtrokken, maar cijfers van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) tonen aan dat jaarlijks drieduizend mensen overlijden als gevolg van een beroepslongziekte. Het cijfer is vermoedelijk een onderschatting, want het RIVM toont zich op een overheidswebsite bewust van de beperkende factor bij een dergelijk onderzoek: “Over sterfte door werkgebonden aandoeningen zijn in Nederland weinig cijfers beschikbaar. Het cijfer is een schatting omdat vaak moeilijk is vast te stellen of een arbeidsrisico heeft geleid tot sterfte.”
Vooral bij longaandoeningen is de diagnose niet altijd te herleiden naar de arbeidsomstandigheden. Maar ook deze – al dan niet bescheiden – schatting geeft blijk van de beangstigende omvang van het probleem. Zeker procentueel gezien: volgens de overheid werken ongeveer een miljoen Nederlanders met schadelijke stoffen, wat neerkomt op een jaarlijks overlijdenspercentage van bijna een halve procent. Emiel Rolink, directeur van de Long Alliantie Nederland, verbaast zich over het geringe effect dat de sterftecijfers lijken te hebben op de actieve preventie. “Je zou verwachten dat dit problemen zijn van tweehonderd jaar geleden, toen mensen nog moesten werken in stoffige mijnen of de vervuilde industrie. Niets is minder waar.”
Beroepslongziekten zijn sluipmoordenaars
De reden voor dit beperkte bewustzijn ligt vermoedelijk in de geleidelijke en onzichtbare aard van longaandoeningen.
“Beroepslongziekten zijn sluipmoordenaars”, zegt Rolink. “De klachten ontstaan heel langzaam. Dat is anders dan bij andere aandoeningen als gevolg van werkomstandigheden. Als iemand van een steiger valt en een ernstige verwonding oploopt, zijn de gevolgen direct duidelijk.” Anders dan bij zichtbare schade aan het lichaam, krijgen (oud-)werknemers die kampen met een beroepslongziekte vaak te maken met een gebrek aan begrip en erkenning. Dat is namelijk het lastige van longaandoeningen: het is onzichtbaar.
Toch is onder werkgevers de laatste jaren beweging zichtbaar. Neem de brandweer: na uitvoerig onderzoek is gebleken dat brandweermannen na het blussen langer hun pak en masker moeten aanhouden en de kleding na afloop direct gewassen moet worden, zo vertelt Rolink. Ook de bakkerijsector heeft maatregelen getroffen. Langdurige inademing van meel kan leiden tot astma en daarom wordt er met hulp van het sectorfonds preventief onderzoek uitgevoerd, stofblootstelling verminderd en kunnen allergische bakkers worden omgeschoold. Rolink: “Dat soort systemen moeten in iedere risicosector worden toegepast. Ook als het gaat om andere beroepsziekten.”
Onder aanvoering van staatssecretaris Van Ark is het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid inmiddels gestart met een meerjarige publiekscampagne voor beroepslongziekten: ‘werken met gezond verstand = veilig werken met gevaarlijke stoffen’. Rolink vat een mogelijke oplossing samen door middel van vier kernpunten: meer bewustwording, preventief screenen van medewerkers, betere samenwerking tussen zorgverleners en meer aandacht voor gezondheidsrisico’s tijdens opleidingen. Rolink benadrukt dat een samenhangend pakket aan maatregelen cruciaal is voor het verminderen van het aantal mensen met een beroepsziekte. Hij verwijst hiervoor naar een voorbeeld over de aanpak van verkeersveiligheid.
“In de jaren zeventig vonden we drieduizend jaarlijkse verkeersdoden onacceptabel en besloten we hogere eisen te stellen aan infrastructuur, auto’s en weggebruikers. Bovendien werd er vanaf dat moment meer onderzoek gedaan. H Hetzelfde zouden we moeten doen voor beroepsziekten.”
Reactie
Hield men bij de becijfering van de 3000 doden ook al rekening met de ongeveer 1400 asbestslachtoffers die er MOMENTEEL nog ieder jaar (..en reeds meerdere jaren inmiddels) vallen? En 'JA', ook zij stelden zich bloot -of beter, wèrden blootgesteld zonder daarover geïnformeerd te zijn- aan gevaarlijk(e)stof(fen). Graag wil ik aangaande dit onderwerp nog twee belangrijke issues hierbij melden: -De gemiddelde Nederlander weet tè weinig maar interesseert zich tegelijk ook weinig voor de ONZICHTBARE èn veelal pas op de langere termijn zich manifesterende aandoeningen. Hèt moment waarop het..TE LAAT is. -Preventieve maatregelen zoals training/instructie en het daarbij verstrekken van PBM is een investering die zelfstandigen menen (!) niet te hoeven doen. Terwijl jùist dan een arbeidsverlet-verzekering op termijn wel 'ns ernstig nodig blijkt. Ook dán...TE LAAT ! Als laatste: Er is niets zo levensbedreigend als het negeren en/of veronachtzamen van bij de persoon bekende risico's op ziekte, ongeval.. of sterven. Roep het dus NIET over uzelf af. Sta ook ánderen NIET toe dit ú aan te doen...
Plaats een opmerking