Meer bewegen, gezond eten, niet roken en drinken
Aan erfelijke hartafwijkingen en kansen op hartaandoeningen is weinig te doen, maar heel wat andere risicofactoren zijn – ook met minimale aanpassingen zelf aan te pakken. De World Health Organization zegt dat 80% van de hart- en vaataandoeningen te voorkomen zijn door het aanpassen van leefstijl en eetpatroon. Voldoende bewegen, gevarieerd en gezond eten en zorgen voor voldoende rust en ontspanning zijn al enkele belangrijke stappen in de goede richting.
Doorbloeding kransslagader
De meeste hart- en vaatziekten ontstaan door het dichtslibben van bloedvaten. Hierdoor wordt de bloeddoorstroming door de bloedvaten achter de afsluiting belemmerd en kan er door zuurstofgebrek weefselschade optreden. Wanneer iemand daarnaast een hoge bloeddruk heeft, is dat kans op hartproblemen aanzienlijk.
Het dichtslibben van de kransslagader, dit is de ader die ervoor zorgt dat het hart zélf -de hartspier- doorbloed wordt, veroorzaakt hartproblemen en de hartaanval. De termen hartinfarct en hartaanval betekenen hetzelfde, maar het dichtslibben van de kransslagader is officieel het infarct. Vervolgens doorbloedt het hart niet meer goed en treedt er een hartaanval op.
Risicofactoren
Het dichtslibben van bloedvaten heeft verschillende redenen. Risicofactor nummer 1 is roken. Behalve de schadelijke effecten die roken op de longen heeft, verhoogt het de bloeddruk en het hartritme. Het hart van een roker moet dus harder pompen dan dat van een nietroker.
Bovendien beschadigt nicotine de beschermende bekleding van de bloedvaten en kan het zo aderverkalking en de vorming van bloedklonters veroorzaken. Ook voeding met veel cholesterol,
geslacht, leeftijd en een hoge bloeddruk spelen een grote rol bij de kans op hart- en vaatziekten.
Daarnaast zijn overgewicht, overmatig alcoholgebruik en diabetes reële bedreigingen. Deze factoren veroorzaken een hoge bloeddruk.
Primaire en secundaire preventie
Het voorkomen van een hartaanval en hart- en vaatziekten is onder te verdelen in twee soorten preventie: primaire en secundaire preventie. Primaire preventie richt zich op mensen die nog geen hartof vaatziekte hebben gehad. Secundaire preventie richt zich op patiënten die wel een hart- of vaatziekte hebben gehad.
Mensen die nog nooit met hart- en vaatziekten te maken hebben gehad, kunnen preventief handelen om zo zoveel mogelijk risicofactoren weg te nemen. Patiënten die al wel bekend zijn met hart- of vaatziekten kunnen, behalve opletten op de risicofactoren, medicijnen gebruiken. Bijvoorbeeld om de bloedstolling te verminderen of om de bloeddruk te verlagen.
Patiënten die een hart- of vaatziekte hebben of die al tekenen van vaatverkalking vertonen, kunnen het beste bloedverdunners innemen om te voorkomen dat de kransslagader opeens dichtklontert. Verschillende medicijnen kunnen daarbij preventief werken.
Ontspannen
Het voornaamste doel bij het voorkomen van hart- en vaatziekten is het vertragen van aderverkalking. Dit kan door niet te roken, voldoende te bewegen en overgewicht tegen te gaan. Verder is het belangrijk gezonde voeding te eten, weinig vet, zoet en zout. Het eten van veel vezels, groente en fruit gaat ook aderverkalking tegen. Wie het risico op hart- en vaatziekten helemaal wil minimaliseren moet ook met alcohol voorzichtig omgaan en niet meer dan twee glazen alcohol per dag drinken.
Weinig alcohol is goed voor je bloedsomloop, het bloed verdunt en gaat er beter van stromen, maar meer dan drie glazen per dag kan al bloeddrukverhogend werken. Een laatste, niet onbelangrijk risico op een hartaanval is stress. Wie behalve aanpassingen in voeding en beweging ook zoveel mogelijk ontspannen door het leven gaat, heeft het minste risico op een hartaanval.
Hoe ziet jullie eetpatroon eruit? Reageer hieronder en praat mee!
Reactie
Geen reacties!
U kunt de eerste opmerking plaatsen.
Plaats een opmerking