33% minder MS diagnoses bij vroege behandeling
Onderzoekers in Neurology zeggen dat de diagnose MS bij 1 op de 3 mensen minder waarschijnlijk is door een vroege behandeling van symptomen. Als er toch sprake blijkt te zijn van diagnose, vond de eerste schub pas later plaats.
Effecten van vroege behandeling
In totaal zijn er 468 personen onderzocht. Eén deel kreeg een vroege behandeling in de vorm van medicijnen. De werking hiervan was het onderdrukken van het immuunsysteem. Het andere deel kreeg een inactief placebo. Deze laatste groep had na circa 2 jaren de mogelijkheid om dezelfde behandeling te krijgen.
Na een duur van 11 jaar zag de analyse er als volgt uit:
- Bij de groep die een vroege behandeling kreeg was een definitieve diagnose ongeveer 33% minder waarschijnlijk.
- Van de personen uit deze groep die toch een diagnose kregen, vond de eerste schub ongeveer 2 keer later plaats dan bij de personen die het placebo kregen. Gemiddeld 5 jaren later bij een vroege behandeling ten opzichte van 2,5 jaren.
De lange duur van het klinische onderzoek (11 jaar) maakt dat de bevindingen waardevol zijn. Over het algemeen zijn deze onderzoeken korter. Volgens onderzoeker Ludwig Kappos is het opmerkelijk dat het voordeel van vroege behandeling na een periode van 11 jaar standhoudt. Er zat namelijk gemiddeld maar 1,5 jaar tussen de behandeling van beide groepen. Daarnaast was het verrassend om te zien dat de achteruitgang bij beide groepen minder was nadat ze allebei dezelfde behandeling ontvingen.
De symptomen van MS
Gevoelloosheid en zicht- en evenwichtsproblemen worden door onderzoekers gezien als symptomen in de vroege fase van de ziekte. Overige variëren van spierverslapping en geheugenproblemen tot blaas- en darmklachten. De ernst en mate van symptomen verschilt per persoon. Het is dan ook belangrijk om andere mogelijke ziektes eerst uit te sluiten.
Multiple Sclerose in Nederland
In Nederland zijn er ongeveer 17.000 mensen met MS. Onderzoekers schatten dat vroege symptomen bij ongeveer 85% leidt tot diagnose. Deze fase wordt het klinisch geïsoleerd syndroom genoemd. De ziekte komt 2,5 keer zo vaak voor bij vrouwen als bij mannen. Het treft vooral jonge mensen tussen 20 en 50 jaar; in 90% van de gevallen begint de ziekte tussen het 15e en 50e levensjaar.
Bron: Neurology.
Reactie
Geen reacties!
U kunt de eerste opmerking plaatsen.
Plaats een opmerking