Het belang van erfelijkheidsonderzoek bij BRCA-mutaties
Een genmutatie is een verandering in de erfelijke eigenschappen van het DNA. In sommige gevallen kan dit een verhoogd risico op kanker veroorzaken, zoals bij de mutatie in het BRCA-gen. Voor de erfelijke aanleg voor borstkanker zijn ruim twintig jaar geleden twee genen ontdekt die daarbij een rol kunnen spelen: BRCA1 en BRCA2.
Wanneer er vermoedens bestaan van een erfelijke aanleg voor borst- en eierstokkanker en deze kankervormen meer dan gebruikelijk voorkomen binnen een familie, kan men besluiten om erfelijkheidsonderzoek te verrichten. Dit gebeurt lang niet altijd omdat dragers veelal niet weten dat er bij hen sprake is van een mutatie. Daarnaast zijn de verwijscriteria bij zowel veel mutatiedragers als verwijzers onbekend.
BRCA-mutaties
BRCA is een afkorting van de Engelse woorden BReast CAncer. Iedereen heeft BRCA-genen, maar alleen bij een genmutatie ontstaat een verhoogd risico op het ontwikkelen van borstkanker. Klinisch geneticus en onderzoeker Christi van Asperen, verbonden aan het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC), geeft aan dat zowel mannelijke als vrouwelijke dragers de genmutatie kunnen overdragen aan hun kinderen.
Elk kind van een vader of moeder die drager is van BRCA1- of BRCA2-mutatie heeft 50 procent kans om de aanleg voor borst- en eierstokkanker te erven. De kans op het vinden van een mutatie is afhankelijk van de belaste familiegeschiedenis. Van alle borstkankergevallen gaat het in 5 tot 10 procent om een duidelijke erfelijke vorm, bij ongeveer 15 procent van de vrouwen met borstkanker is borstkanker ook in de familie voorgekomen.
Als er reden is voor verder erfelijkheidsonderzoek dan is hiervoor een verwijzing van een huisarts of specialist nodig. Het onderzoek bestaat uit een informatief gesprek, waarna eventueel DNA-onderzoek kan worden verricht. “Als blijkt dat er een pathogene mutatie in een BRCA1- of BRCA2-gen is gevonden, dan is een erfelijke aanleg bewezen”, licht Van Asperen toe. Deze informatie is belangrijk voor de hele familie met het oog op preventie. De mutatie is namelijk autosomaal dominant overerfbaar.
Voorlichting en ondersteuning
Deborah Ligtenberg, ervaringsdeskundige en vrijwilliger bij de patiëntenvereniging Borstkankervereniging Nederland/Oncogen kent de heftigheid die naar voren komt nadat iemand het bericht krijgt drager te zijn van een BRCA-mutatie. Zelf heeft ze dit ook ervaren. “De impact is enorm.
Opeens heb je een sterk verhoogd risico op borst- en eierstokkanker en moet je besluiten hoe je hiermee wilt omgaan. Kies je bijvoorbeeld voor regelmatige screening of preventief laten opereren van de borsten. Zo ja, welk type borstreconstructie kies je dan?”, vertelt ze. Toch is ze blij dat ze het onderzoek heeft gehad. “Ik vind het belangrijk dat ik zelf kon kiezen wat ik hiermee wilde, zonder dat ik ernstig ziek werd door kanker.”
Het is belangrijk dat (mogelijke) mutatiedragers goed worden voorgelicht en behandeld door zorgverleners. Hier maakt Oncogen zich sterk voor door het belang van doorverwijzen en de bijbehorende criteria onder de aandacht te brengen. “Hierdoor kunnen levens worden gered”, aldus Ligtenberg. Ze geeft het voorbeeld van een patiënte die vertelde dat haar huisarts aangaf dat een mutatie niet via het mannelijke geslacht doorgegeven kan worden. Terwijl dit wel degelijk kan voorkomen.
Als er behoefte aan is, is er de steun van een patiënten-belangenbehartiger. Vanuit Borstkankervereniging Nederland/Oncogen ziet Ligtenberg het lotgenotencontact als een goed hulpmiddel in ondersteuning. Voor (mogelijke) mutatiedragers is er bijvoorbeeld de besloten Facebookgroep BRCA en CHEK2 NL en BE. Hierin kunnen vragen worden gesteld en voorlichting verkregen over de ingrijpende beslissingen die moeten worden genomen.
Een ander aspect dat ze noemt zijn de congressen die Borstkankervereniging Nederland/Oncogen houdt en de BRCA-dagen die ziekenhuizen organiseren. Onderdeel hiervan is de ‘show & tell’. Hierin kunnen vrouwen hun borstreconstructie laten zien aan vrouwen die deze nog moeten ondergaan. “Doorgaans blijkt dat de vrouwen die hiernaartoe komen erg gerustgesteld worden”, meent Ligtenberg.
Onderzoek
Omdat er nog veel onduidelijk is over de relatie van BRCA-genen met betrekking tot borstkanker, wordt er nog steeds veel onderzoek gedaan. Er worden nog steeds nieuwe genen ontdekt die een rol spelen in het ontstaan hiervan, CHEK2 is het meest bekende voorbeeld.
Daarnaast wordt er hard gewerkt aan het ontwikkelen van medicijnen voor vrouwen met erfelijke vormen van kanker. Zelf is Van Asperen betrokken bij de Hebon-studie naar onder meer het voorspellen van risico’s op borst- en eierstokkanker in BRCA1/2-families. Het doel hiervan is op den duur screening op maat te kunnen aanbieden. Wetenschappelijke informatie vormt uiteindelijk de basis om de advisering en zorg voor BRCA-families te kunnen verbeteren.
Verwijscriteria
Borstkanker
Eierstok- of eileiderkanker
*Ongeacht histologisch type, leeftijd van voorkomen en familieanamnese Wees alert op de combinatie borstkanker in de familie én Joodse voorouders. Ongeveer 1 op de 40 personen met Ashkenazi Joodse voorouders zijn drager van een BRCA1 of BRCA2 genmutatie. Bron: brca.nl |
Dit artikel is verschenen in het magazine Mijn Gezondheidsgids – editie 2.
Reactie
Geen reacties!
U kunt de eerste opmerking plaatsen.
Plaats een opmerking