Opnieuw leren horen met cochleair implantaat
Uit onderzoek blijkt dat slechthorendheid kan zorgen voor verminderd zelfvertrouwen, verminderd cognitief functioneren, grotere afhankelijkheid en sociale isolatie. Bij mensen met zeer ernstig of aangeboren gehoorverlies kan een cochleair implantaat (CI) uitkomst bieden. Dit apparaat vervangt de functies van het beschadigde binnenoor om geluidssignalen naar de hersenen te sturen.
Brede impact op het leven
“Gehoorverlies is breder dan een gebrek in de communicatie”, stelt Leo De Raeve, directeur van het Onafhankelijk Informatiecentrum over Cochleaire Implantatie (ONICI). Verminderd gehoor kan leiden tot terugtrekking uit het sociale leven en uit Nederlands onderzoek is gebleken dat het ziekteverzuim onder werknemers met gehooraandoeningen 22 procent hoger ligt dan onder overige werknemers. Frustratie over het moeizame functioneren in groepen kan sombere gevoelens veroorzaken. Gehoorverlies kan zelfs dementie in de hand werken omdat de auditieve delen in de hersenen verbonden zijn met vele andere gebieden. Deze brede impact op het leven bij gehoorverlies moet door zorgverleners, verzekeraars en overheid beseft worden, zegt De Raeve. Herstel van gehoorverlies betekent meer dan makkelijker gesprekken voeren op een feestje; het is ook de mogelijkheid om te blijven werken en langer thuis te blijven wonen.
Signaal naar de hersenen
Bij gehoorverlies zijn meestal de haartjes in het slakkenhuis beschadigd, te kort of afwezig. Reguliere hoortoestellen stimuleren die haartjes zodat ze alsnog bewegen. Wanneer ze echter te zeer beschadigd of afwezig zijn, gaat dat niet meer, hoewel de gehoorzenuw meestal wel nog functioneert. Een CI bestaat uit een uitwendig deel en een inwendige elektronenbundel, geïmplanteerd in het slakkenhuis. De elektroden vervangen de haartjes en sturen geluid via de gehoorzenuw naar de hersenen. Die moeten de ‘nieuwe’ geluiden leren herkennen. Daarom moet een CI altijd gepaard gaan met nazorg, zoals training van het gehoor bij een logopedist. Hoe korter de duur van de doofheid, des te beter de resultaten na een CI zijn. Bij kinderen die vanaf geboorte ernstig slechthorend of doof zijn, en bij mensen die progressief of plotsdoof worden, is het daarom belangrijk dat een CI zo snel mogelijk geplaatst wordt. Een CI is bedoeld voor personen met zwaar gehoorverlies, maar de criteria om ervoor in aanmerking te komen, verruimen. De wetgeving volgt de technologie niet altijd even snel, volgens De Raeve. In Nederland wordt – voor volwassenen – slechts één implantaat vergoed. “Vreemd, de verzekering vergoedt toch ook niet maar één brillenglas?” Verzekeraars en overheid moeten de lange termijn zien: er kunnen veel ziektekosten worden bespaard omdat mensen met een CI kunnen blijven werken.
Te lang wachten
Mensen met gehoorverlies wachten vaak jaren voor ze er iets aan doen. Om gehoorverlies eerder op te sporen wordt de mogelijkheid van een bevolkingsonderzoek onderzocht; waarmee veel gehoorverlies eerder opgemerkt zou worden. “Erg belangrijk, want hoe langer de auditieve delen in de hersenen niet gestimuleerd worden, hoe moeilijker het is om ze weer te laten functioneren”, aldus De Raeve. Als bevolkingsonderzoek ervan komt, zullen alsnog meer mensen de stap naar een hoortoestel of CI moeten zetten. Nu doet maar een klein percentage dat. Terwijl van de mensen die een CI laat plaatsen 96 procent zegt: ‘Had ik dat maar eerder gedaan!’ Ook bij verwijzende instanties (audiologen en KNO-artsen) kan een gebrek aan bewustzijn of afwachtende houding bestaan. Een belangrijke tip van De Raeve voor wie niet tevreden is met het huidige hoortoestel, is een afspraak maken met een universitair ziekenhuis waar ook cochleaire implantaten geplaatst worden. In het algemeen moeten mensen niet te lang wachten met hulp inschakelen. “Hoe eerder de zoektocht naar een hoortoestel gestart wordt, hoe groter de kans op succes.”
Reactie
Geen reacties!
U kunt de eerste opmerking plaatsen.
Plaats een opmerking