Hypogonadisme bij mannen: diagnose en zorgproces
Hoe ziet de diagnosestelling voor hypogonadisme eruit en wat is het zorgpad dat een patiënt normaliter vervolgens bewandelt? Dr. Melianthe Nicolai, uroloog bij Link2Care Clinics, geeft een toelichting.
Dr. Nicolai: “Vanaf een jaar of 25 treedt bij iedere man een langzame afname op van de testosteronspiegel. Dit gaat met een snelheid van 0,4 tot 1,5% per jaar1. Vanaf een jaar of 70 hebben veel mannen een vrij lage testosteronwaarde waarbij klachten kunnen ontstaan en symptomen van veroudering sneller naar voren komen. Er is veel overlap met symptomen die passen bij het ‘gewone’ verouderingsproces. Maar misschien is het goed om te bedenken dat veroudering net zo goed een ziekte is als hart- en vaatziekten en het ontstaan van kanker. Ook de afname van de collageen-laag in de huid en stramheid van de gewrichten past bij het verouderingsproces. Hypogonadisme speelt in dat proces een versterkende en versnellende rol2.” Het voorkomen van biochemisch
hypogonadisme, dus een laag testosteron zonder klachten, varieert bij mannen rond de 50 jaar van 2,1 tot 12,8% met een stijging tot 30% voor mannen boven de 70 jaar; het aantal mannen met hypogonadisme met klachten bij mannen van 40 tot 79 jaar varieert van 2,1 tot 5,1 %4-7.
Hypogonadisme komt vaker voor bij oudere mannen, maar vooral bij mannen met overgewicht en met ziekten zoals COPD, diabetes mellitus type 2 en chronische ziekten, zoals HIV, kanker, osteoporose en depressie1.
Diagnose door de huisarts
Vaste onderdelen bij het lichamelijk onderzoek zijn het bepalen van de body mass index (BMI), de lichaamsbeharing, borstzwelling en de grootte van de testes. Ook kan de huisarts gebruik maken van verschillende vragenlijsten, zoals de ADAM vragenlijst, om Late-Onset Hypogonadisme (LOH) op te sporen:
- Heeft u minder libido?
- Heeft u recent een verslechtering van uw sportieve mogelijkheden opgemerkt?
- Heeft u minder energie?
- Heeft u verminderde kracht of uithoudingsvermogen?
- Bent u kleiner geworden?
- Bent u ongelukkig of nors?
- Zijn uw erecties minder hard?
- Valt u in slaap na het avondeten?
- Heeft u recent een verslechtering van uw werkprestaties opgemerkt?
*De antwoorden wijzen op LOH indien ‘ja’ is geantwoord op de vragen 1 en 2, of 3 maal ‘ja’ is geantwoord in de hele lijst3
De ADAM vragenlijst kan zo een indicatie vormen voor doorverwijzing naar een specialist, maar de huisarts kan ook zelf een testosteronmeting voor de patiënt aanvragen bij het laboratorium.
Diagnose door de specialist
De diagnose hypogonadisme wordt door de specialist gesteld op basis van aanhoudende symptomen en in vroege de ochtend gemeten te laag testosteron1. Een testosteronwaarde van 12 nanomol per liter of hoger is normaal. Is de testosteronwaarde onder de 12 nanomol per liter en zijn er klachten zoals verlies van interesse in seks en verminderde (ochtend)erecties? Dan is het nuttig verder bloedonderzoek te doen om de oorzaak van het lage testosteron te vinden. Metingen van belang hierbij zijn:
- SHBG (Steroid hormoon bindend globuline)
- LH (Luteïniserend Hormoon)
LH zorgt ervoor dat vanuit de hersenen de testes worden gestimuleerd om testosteron aan te maken.
Ook kan er te weinig vrij testosteron in het bloed zijn, Dit komt omdat het testosteron gebonden wordt aan de eiwitten, SHBG (Sex Hormoon Bindend Globuline (60%) en albumine (38%)). Een totale testosteronwaarde onder de 8 nmol/l en een vrije waarde onder 225 pmol/l gelden als een tekort1.
Deze metingen kunnen leiden tot verschillende diagnoses:
- Primair hypogonadisme: een verhoogd LH en lage testosteron wijst op niet goed functionerende testes
- Secundair hypogonadisme: een combinatie van laag LH en lage testosteronwaarde duidt op een slechte werking van de hypofyse of hypothalamus
- Late-Onset Hypogonadisme: een combinatie van een (juist afgenomen) totaal te laag testosteron, een hoge SHBG-waarde of lage waarde van vrij testosteron in combinatie met klachten die passen bij hypogonadisme.1
Zorgpad
Dr. Nicolai: “Het gebeurt helaas vaak dat patiënten jaren rondlopen met vage klachten, zonder dat er een diagnose is gesteld. Bij depressieve klachten of vermoeidheid bijvoorbeeld wordt vaak niet aan hypogonadisme gedacht. Idealiter zou een man van boven de 50 die zich meldt met depressieve kenmerken of seksuele problemen via de huisarts ook naar het laboratorium gestuurd worden voor een testosteronmeting, zeker als hij overgewicht heeft of andere risicofactoren voor hypogonadisme zoals DM (diabetes mellitus, suikerziekte). Als deze waarde te laag is, kan patiënt afhankelijk van het klachtenpatroon worden doorverwezen naar een endocrinoloog of uroloog.
Bij klachten die ook de andere endocriene organen betreft, zoals een traag werkende schildklier of bij osteoporose, is de endocrinoloog de aangewezen specialist. De uroloog komt in beeld bij een combinatie van klachten zoals erectiestoornissen en afname van de zin in seks, of een orgasmeprobleem. Andere specialisten die met patiënten met mogelijk hypogonadale klachten worden geconfronteerd zijn onder andere neurologen, psychiaters of geriaters. Vaak wordt echter niet aan de optie van testosterontekort gedacht. En dat is jammer, omdat daardoor soms een onnodige behandeling wordt gestart.” Door het testosteron aan te vullen kunnen mannen met hypogonadale klachten zich snel weer beter gaan voelen en hun gezondheid én seksleven verbeteren. Zelfstandige behandelcentra zoals Link2Care Clinics kunnen een belangrijke rol spelen in het proces van huisarts naar uroloog; in een ZBC of kliniek is het traject helemaal ingericht op het behandelen van laag-complexe problemen zoals hypogonadisme met daarbij behorende seksuele problemen. Voor de behandeling hiervan heb je geen ingewikkelde ziekenhuislogistiek nodig.
Referenties:
- Dr. H.H.J. Leliefeld en dr. J.J.H. Beck, Urologie Special Mannelijk Hypogonadisme, een visie op hoofdlijnen anno 2020. Academic Pharmaceutical Productions bv, 2020.
- Astrid M. Horstman, E. Lichar Dillon, Randall J. Urban, Melinda Sheffield-Moore, The Role of Androgens and Estrogens on Healthy Aging and Longevity. The Journals of Gerontology: Series A, Volume 67, Issue 11, November 2012, Pages 1140–1152, https://doi.org/10.1093/gerona/gls068
- Morley JE, Charlton E, Patrick P, Kaiser FE, Cadeau P, McCready D, et al. Validation of a screening questionnaire for androgen deficiency in aging males. Metabolism. 2000;49:1239-42
- Hall SA, Esche GR, Araujo AB, et al. Correlates of low testosterone and symptomatic androgen deficiency in a population-based sample. J Clin Endocrinol Metab. 2008 Oct;93(10):3870-7.
Reactie
Geen reacties!
U kunt de eerste opmerking plaatsen.
Plaats een opmerking