Een viervoeter uit het buitenland?
In veel vakantielanden leiden honden vaak niet zo’n prettig bestaan. Veel honden leven er op straat. Je zou zo’n dier toch een beter leven gunnen… bijvoorbeeld thuis in Nederland. Maar doe je een zwerfhond er werkelijk een plezier mee om hem mee te nemen? ‘Socialisatie’ is hier het sleutelbegrip, en bij de Gedragskliniek voor Dieren van de faculteit Diergeneeskunde weten ze er alles van.
De socialisatiefase is een cruciale periode in de vroege levensfase. Gedragsbioloog Claudia Vinke van de Gedragskliniek voor Dieren van de faculteit Diergeneeskunde legt uit: “Tijdens de socialisatiefase absorbeert een hond ontzettend veel informatie over zijn leefomgeving. Het is een enorm belangrijke leerperiode die consequenties heeft voor de rest van zijn volwassen bestaan leven.”
Bij honden begint de primaire socialisatiefase wanneer ze ongeveer drie weken oud zijn. Met twaalf weken is deze periode al weer afgelopen. Het is dus echt een afgebakende en duidelijk aanwijsbare periode.
Drukke Nederlandse woonwijk
Bij een dier dat niet, of onvoldoende, gesocialiseerd is, spreken gedragsdeskundigen van een socialisatiedeficiëntie. Claudia: “Zwerfhonden zijn voornamelijk gesocialiseerd op omstandigheden op straat zonder de mens en met andere zwerfhonden. Ze weten zich geen raad met alle nieuwe prikkels in een drukke Nederlandse woonwijk: je kan bij dit soort dieren op voorhand al voorspellen dat de kans op gedragsproblemen groot is als zij plotseling een gezinssituatie moet overleven. De helft van alle angstige honden die wij in de Gedragskliniek zien, komt uit het buitenland uit dit soort situaties. De prognose is vaak slecht.”
Angststoornis
Gedragskliniek-dierenarts Marjan van Hagen vult aan: “Deze honden zijn vaak vroeg van het moederdier gescheiden. Dat levert veelal op latere leeftijd bindingsproblemen op. Ook moeten ze strijden om voedsel te pakken te krijgen en hebben ze slechte ervaringen met mensen gehad. Door al die negatieve ervaringen hebben ze een angststoornis ontwikkeld waardoor ze op volwassen leeftijd slecht met alle prikkels in onze moderne samenleving om kunnen gaan.”
Alles wat de pup in de primaire socialisatiefase te kort komt aan indrukken is op later moment niet meer in te halen. “Het is vaak bijzonder teleurstellend voor mensen om te zien dat de hond, die zij liefdevol in huis hebben genomen en alles bieden om het naar zijn zin te maken, niet gelukkig lijkt in de nieuwe situatie”, legt Marjan uit.
Wat kun je doen?
Vaak zijn er in vakantielanden lokale organisaties die zwerfhonden proberen te helpen. Door deze organisaties te steunen, kan de leefsituatie voor deze honden in hun eigen omgeving worden verbeterd. Wanneer er toch een hond uit het buitenland op uw pad komt, die u een goed thuis wilt bieden, zoek dan direct hulp bij de begeleiding van deze hond. “Bij de Gedragskliniek voor Dieren kunnen we eigenaren helpen inschatten wat de specifieke behoeften zijn van de hond en hoe daar het beste mee omgegaan kan worden”, vertelt Marjan van Hagen, “Dit zowel op het gebied van huisvesting en verzorging als gedragstraining en eventuele supplementen of gedragsmedicatie.”
Behandeling
Of zwerfdieren nog te behandelen zijn, hangt mede af van de herkomst. Claudia Vinke: “De eerste generatie zwerfhonden is minder bang dan de tweede generatie. Ze zijn immers ooit bij mensen opgegroeid.’ Een tweede generatie zwerfhond groeit op in de vrije natuur zonder ooit nabij contact met mensen te hebben gehad, of alleen maar negatief contact omdat ze weggejaagd worden. Eigenlijk zijn dit min of meer wilde honden.”
Bron: Universiteit Utrecht
Reactie
Geen reacties!
U kunt de eerste opmerking plaatsen.
Plaats een opmerking