De tijd dringt voor de ouderenzorg
De arbeidsmarkt in de ouderenzorg staat onder druk. Door de vergrijzing en het Tweede Kamerbesluit om de kwaliteit in de verpleeghuiszorg te verbeteren dreigt de komende jaren een tekort van 125.000 medewerkers. Met een gemeenschappelijk offensief gaan partners in de zorg de uitdaging aan. Samenwerking op tal van terreinen is geboden. In de ouderenzorg werken vandaag de dag 375.000 mensen.
Het werk speelt zich voor het grootste gedeelte af in de sector Verpleging, Verzorging en Thuiszorg.
Volgens het Centraal Planbureau (CPB) groeit de werkgelegenheid tot 2023 met 30.000 banen, met name voor kwalificaties die in de zorg voor ouderen centraal staan: mbo-helpenden, mbo-verzorgenden, mbo-verpleegkundigen en hbo-verpleegkundigen.
Uit een overzicht van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat er momenteel 25.000 onvervulde vacatures voor zorgbanen zijn, vooral in de ouderenzorg. Daar bovenop komt nog de behoefte aan meer kwaliteit in de verpleeghuiszorg, waar de politiek dit jaar een verhoging van de bezettingsnorm toezegde, goed voor 70.000 nieuwe medewerkers. Dat brengt de totale personeelsopgave voor de ouderenzorg tot 2023 op 125.000 medewerkers.
Urgentie
Dat de tijd dringt is nu al voelbaar op de werkvloer. Lydia van Baak, als strategisch beleidsadviseur werkzaam bij Werkgeversvereniging Zorg en Welzijn Zuid-Holland Zuid, merkt dat vacatures langer open staan, waardoor collega’s genoodzaakt zijn die op te vangen. “Elke dag dat er handen worden gemist, moeten de huidige medewerkers harder werken.
De werkdruk wordt zo te groot. Als collega’s ziek worden of naar ander werk vertrekken, dreigt de zorg in een negatieve spiraal te komen.” Zover is het in Zuid-Holland Zuid nog niet. Toch is het een grote uitdaging om diensten vervuld te krijgen. Ook bij uitzendbureaus wordt de spoeling dunner.
Niet alleen in de verpleeghuiszorg zijn personeelstekorten. In de techniek, bij de politie en in ziekenhuizen gaan eveneens veel medewerkers met pensioen. Daarnaast is in Nederland sprake van ontgroening: er worden minder kinderen geboren en minder jongeren betreden de arbeidsmarkt.
Nu de economie aantrekt, vissen ondernemers steeds meer in dezelfde vijver naar personeel. Wat de situatie voor de ouderenzorg volgens Van Baak nog nijpender maakt is dat niet enkel de samenleving vergrijst. “Ook leven ouderen langer met gebreken dan dertig jaar terug.”
Impasse doorbroken
Volgens Paul van Maanen, voorzitter bedrijfstakgroep Zorg, Welzijn en Sport van de MBO Raad en cvbvoorzitter van ROC Midden Nederland, is de huidige arbeidsmarktsituatie vooral het gevolg van de bezuinigingen van het kabinet-Rutte II. Niet alleen is in die periode afscheid genomen van 50.000 medewerkers, ook is het onjuiste beeld ontstaan dat er in de ouderenzorg geen werk meer te vinden zou zijn.
Gevolg: werkzoekenden zochten elders emplooi en studenten kozen nauwelijks nog voor een zorgopleiding. Van Maanen constateert dat werkgevers een begrijpelijke, maar tegelijkertijd ongelukkige bezuiniging hebben doorgevoerd. “Er is vooral afscheid genomen van mensen die geen directe zorg leveren, zoals praktijkopleiders die op de werkvloer nieuwe medewerkers inwerken.
Vanwege alle handen voor de zorg boden instellingen afgelopen jaren eveneens nauwelijks stageplekken aan, waardoor ROC’s minder studenten voor ouderenzorg konden opleiden.” En zo is de situatie ontstaan waarin werkgevers vergeefs op studenten wachten en opleidingen op begeleiders. Een impasse die inmiddels is doorbroken.
Dit jaar hebben de MBO Raad, werkgevers en werknemers in de zorg en het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) zich gecommitteerd aan een integrale strategie: Arbeidsmarktagenda 2023. Met elf actielijnen gaan ze samen aan de slag zodat er in 2023 voldoende handen zijn voor goede zorg voor ouderen. Werkgevers zijn begonnen meer ruimte te maken voor stages, en het onderwijs met het opleiden van praktijkopleiders.
Effectief en inspirerend opleiden
Een maatregel die volgens de MBO Raad snel veel effect kan sorteren is meer opleiden via een beroepsbegeleidende leerweg (BBL). Van Maanen: “Van studenten met een combinatie baan-opleiding in de ouderenzorg blijft 85 procent na de studie bij hun werkgever werken. Ze krijgen direct salaris, collega’s en blijven zo makkelijker hangen.”
Studenten die beroepsopleidende leerweg (BOL) volgen, en meestentijds op school zijn, zien daarentegen verschillende stageplekken en kiezen vaker voor werk in ziekenhuizen. Van Baak denkt dat ook het BOL-onderwijs dichter naar de praktijk moet komen. Bijvoorbeeld met de inzet van docenten die deeltijds in de zorg werken, eerdere stages of zelfs les op de werkplekken.
“Misschien moeten we weer terug naar de oude in service-opleidingen en studenten langzaam laten groeien in de complexiteit van het vak.” Mbo-studenten vormen de ruggengraat van veel zorgorganisaties. Om meer tegemoet te komen aan de complexiteit van de praktijk, zijn ROC’s begonnen de van oudsher smalle opleidingen te verbreden.
Meer dan vroeger is zorg een samenspel tussen zorgverlener, mantelzorger, cliënt en diens netwerk, waar naast het klassieke ‘zorgen voor’ ook het op welzijn gerichte ‘zorgen dat’ en ‘meedoen’ de boventoon voeren. Zo is er een cross-over opleiding gestart op niveau twee voor servicemedewerker, een baan waarin administratieve functies gecombineerd worden met helpende.
“Deze studenten zijn heel gewenst in thuiszorg in de wijken. Op sec administratieve functies zitten werkgevers steeds minder te wachten”, weet Van Maanen. De verbreding wordt op sommige ROC’s ook op hogere opleidingsniveaus ingezet op basis van het begrip ‘positieve gezondheid’, waarin de aandacht van wat een zorgvrager niet kan, verschuift naar wat hij of zij wél kan en leuk vindt om te doen.
Werkgeversvereniging Zorg en Welzijn Zuid-Holland Zuid was afgelopen september medeorganisator van de Week van de Positieve Gezondheid. Van Baak: “Heel inspirerend. Het leverde nieuwe, creatieve oplossingen op die ouderen gelukkiger maken, zoals kookgroepen of mensen die samen gaan vissen.”
Financieel aantrekkelijker
Gevarieerder onderwijs, gevarieerder werk, ontwikkelkansen: het zijn allemaal manieren om huidige medewerkers te behouden en meer studenten en zij-instromers te verleiden voor een baan in de ouderenzorg. In de Arbeidsmarktagenda 2023 is opgenomen dat de arbeidsvoorwaarden in deze sector moeten verbeteren. Dat gebeurt inmiddels ook.
Kleine aanstellingen worden opgehoogd en er worden langere contracten aangeboden tegen betere salarissen. Het rest de sector nog om gezamenlijk uit te dragen dat de ouderenzorg mooi en dankbaar werk is, om meer studenten te enthousiasmeren voor het vak.
De werkgeversverenigingen hebben lespakketten laten ontwikkelen voor middelbare scholieren onder de titel ‘Aan jou hebben we wat!’ en vacatureteksten waarin wordt opgeroepen het leven van ouderen te verrijken. Op deze manier is het mogelijk nog maar een kwestie van tijd voordat we in de media studenten en zorgprofessional vol enthousiasme horen vertellen over hun werk met ouderen.
Reactie
Alle helpende, welke jaren in de zorg hebben gewerkt, zijn aan de hand van de nieuwe trend UIT de zorg gezet, bij een gebrek aan een diploma. Wel heeft men jarenlange werkervaring, inzet, empathie, competenties. Een Vakbekwaamheidsbewijs kun je behalen via een erkend landelijk EVC centrum, i.s.m. diverse Ministeries en vakbonden, ondertekend in een convenant i.s.m. het Nationaal Kenniscentrum. Het Ministerie VWS ziet een certificaat gelijk aan een diploma.echter er is geen wettelijke regeling voor dit certificaat. Zorg en onderwijsinstellingen hebben de vrije hand te kiezen wie aan te nemen, een gecertificeerde helpende of een met een diploma. Men kiest vrijwel altijd voor het laatste. Een chronisch tekort op de werkvloer ontstaat. De Rijksoverheid in DEN HAAG is bekend met het probleem. Het Ministerie OCW laat weten dat als je je certificaat om wil laten zetten naar een diploma je een reken en taaltoets moet maken op MBO niveau als helpende. Voor de rekentoets mag je een 1 halen, dus zakken, voor de taaltoets moet je slagen. Welke pot vul je hiermee, want deze omzetting kost 1000,· De taalkundigheid en rekenvaardigheid kan niet worden meegenomen in het EVC proces en als blijkt dat je er al goed in bent kun je er geen vrijstelling voor krijgen.Opmerkelijk detail is dat het Ministerie VWS een boekje uit richting zorg en onderwijsinstellingen waarin zij TRACHTEN uit te leggen dat beide documenten van gelijke waarde zijn. Echter de instellingen is dit alles onbekend en wat de boer niet kent...... Een probleem op de werkvloer ontstaat aan de juiste hulp, de verpleegkundige moet kiezen, bijv. of medicatie delen of tanden poetsen bij de ouderen. Het is medicatie delen en een toename aan tandartsbezoeken door ouderen neemt toe. Een kostenpost die bovenop het tekort aan zorg komt.En zo praten Ministeries elkaar tegen, of communiceren niet over bovenstaande hiaten. Feit is dat helpende in de zorg zoooo nodig zijn en dat iedereen het weet, het ziet, het hoort, het signaal meeneemt )ook tig hkeer gehoort', maar NIEMAND er iets aan doet. Het is vechten tegen de bierkaai, maar ik ben er nog niet klaar mee.
Dat er een probleem is met personeelskrapte in de ouderenzorg, staat buiten kijf. En interessant dat er weer nieuwe initiatieven komen om dat proberen aan te pakken. Jammer is alleen dat het weer traditionele oplossingen zijn die nauwelijks iets gaan oplossen. Ouderenzorg wil niet zeggen dat alleen het oude goed is. De kern van het probleem zit in de kwaliteit van het werk, de doorgroeimogelijkheden en het imago van werken in de ouderenzorg, maar ook in de aansluiting tussen onderwijs en zorgsector. Zorgen voor goede instroom, goede doorstroom en behoud van de mensen die er al werken. Dat vraagt om een heel andere benadering. Wij hebben ook niet de wijsheid in pacht, maar kiezen voor een andere benadering: zet het leren en ontwikkelen van medewerkers centraal. Dat kan door per zorginstelling voor een heldere aanpak te kiezen bijv .Werkplekleren met Leertechnologie. En dit te combineren met een loopbaanbeleid waarin beter en langer functioneren beloond wordt. Dat hoeft niet direct salaris te zijn, maar meer leerpunten, meer ontwikkelpunten, meer autonomie, meer werkplezier. Wij (CSS Breda) zijn wat verdacht want we professionaliseren zorginstellingen in deze leer/werkwijze. Graag willen we onze expertise en oplossingen met u delen. Daarom organiseren we komend jaar op verschillende plaatsen in Nederland: De Ontmoeting. Tijdens De Ontmoeting (dagdeel) gaan bestuurders, HR-managers, Academie-directeuren van ouderenzorginstellingen, ROCs/HBO-V, brancheorganisatie en toeleverende bedrijven met elkaar in dialoog om nieuwsoortige oplossingen te bedenken. Samen komen we zo tot nieuwere ouderenzorg Dr. Jos. J.M. Baeten, CSS Breda
Plaats een opmerking