Innovatief onderwijs voor een sector in beweging
Er worden goede vakmensen opgeleid op het mbo aan de hand van landelijk voorgeschreven beroepsvereisten. De snelle ontwikkelingen in sectoren zoals de zorg, techniek en landbouw vragen echter van onderwijsinstellingen dat ze verder kijken en studenten meer meegeven dan enkel de voorgeschreven kernvaardigheden. Zodoende leidt het Koning Willem I College studenten niet alleen op tot vakmensen, maar tot T-shaped professionals: mensen die goed zijn in hun vak en daarnaast ook in de breedte kunnen samenwerken met andere disciplines. Dat vertellen Jeanette Noordijk (voorzitter college van bestuur) en Helmi van den Akker (beleidsontwikkelaar beroepsonderwijs).
Waarom is het voor de zorgsector van belang dit soort professionals op te leiden?
Noordijk: “In de zorgsector is een fenomeen gaande waarbij de focus aan het verschuiven is van curatief naar preventief. Wanneer je preventief werkt, zal je relaties moeten aangaan met professionals uit andere domeinen die ook een rol kunnen spelen bij die preventie. Zo is sporten wellicht interessant voor de gezondheid van ouderen. We leren studenten dat ze de expertise vanuit andere disciplines kunnen gebruiken om de juiste zorg te bieden aan een groep.”
Van den Akker: “Het onderwijs is hofleverancier voor de arbeidsmarkt. Wanneer die markt verandert, vergt dat arbeidskrachten die daarin kansen zien in plaats van weerstand bieden. Hoe meer mensen
tijdens hun opleiding geleerd hebben flexibel en nieuwsgierig te zijn, hoe groter de kans dat ze innovatie in de sector zullen verwelkomen.”
Welke uitdaging ervaren onderwijsinstellingen bij het stimuleren van die vaardigheden?
Van den Akker: “Het onderwijs is overgereguleerd, waardoor onderwijsinstellingen hard moeten zoeken naar ruimte om te kunnen experimenteren. Natuurlijk moeten we als publiek domein aan eisen voldoen, maar dat maakt het lastig om tijdig met de markt mee te bewegen.”
Noordijk: “Het streven om studenten naast het vakonderwijs andere type vaardigheden aan te leren in de vorm van interdisciplinaire projecten is voor schoolbesturen een logistieke uitdaging. Toch ben ik ervan overtuigd dat je dat om de bestaande roosters, lessen en budgetten heen voor elkaar kunt krijgen.”
Hoe pakken jullie dit aan?
Noordijk: “Op het Koning Willem I College hebben we het belang van zaken zoals creativiteit, mediagebruik, politiek bewustzijn en ICT-vaardigheden altijd al onderstreept. Nieuw zijn de interdisciplinaire projecten die we organiseren om studenten te leren een netwerk op te bouwen. Zo vindt in april een interdisciplinaire week plaats waarin alle studenten van zorg-, welzijn- en sportopleidingen in groepsverband een vraagstuk uit het werkveld moeten proberen op te lossen. Daarbij werken studenten van de opleidingen verpleegkunde, kind en educatie, ouderenzorg en sport interdisciplinair samen.”
Van den Akker: “Het doel is om de studenten de meerwaarde te laten inzien van samenwerking, ook met andere beroepsgroepen. Diezelfde boodschap geven we ook aan de leraren mee: we leiden momenteel dertig leraren op tot begeleiders die de studenten zullen ondersteunen en stimuleren in het oplossingsgerichte denkproces.”
Wat zijn jullie ambities voor de toekomst?
Van den Akker: “We zetten in op een andere samenwerking met het werkveld, waarbij we samen leren en samen opleiden. Zo zou een leraar een lezing kunnen geven in het ziekenhuis en kan verplegend personeel praktijkervaringen delen met studenten in de klas.”
Noordijk: “Ook zou het mooi zijn de verschillende opleidingsniveaus van mbo tot universitair meer met elkaar in aanraking te brengen, om zo te leren wat er speelt en wat men samen kan bereiken.”
Meer informatie?
www.kw1c.nl
Reactie
Geen reacties!
U kunt de eerste opmerking plaatsen.
Plaats een opmerking