Minder verspilling in de zorg met nieuwe financiële prikkels
De zorgkosten in Nederland zijn omvangrijk en vormen een groot punt van zorg. Promovendus Arthur Hayen (Tilburg University) onderzocht in twee experimenten hoe verspilling in de zorg met nieuwe financiële prikkels kan worden tegen gegaan. En waarmee dus een daling in de zorgkosten gerealiseerd kan worden. Een prikkel voor huisartsen (shared savings) leverde een besparing in de totale zorgkosten op van 3,5%. Op een prikkel voor verzekerden (bijbetalen als eigen risico in plaats van no-claim) werd bijna twee keer zo sterk gereageerd.
Om de stijging van de zorguitgaven in te perken is het zaak om kritisch te kijken naar verspilling in de zorg. Soms is zorg niet nodig, wordt dubbel gedaan of vindt binnen een te dure setting plaats. Denk aan een patiënt die voor behandeling naar het ziekenhuis wordt verwezen terwijl de eigen huisarts vakkundig genoeg is om de patiënt zelf te helpen. Door verspilling tegen te gaan, stijgt de waarde die verzekerden terugkrijgen. Hayen bestudeerde daartoe twee financiële prikkels: een voor zorgaanbieders, in casu huisartsen, en een voor verzekerden. Zo’n prikkel stimuleert om andere keuzes te maken.
Besparingen bij huisartsen
Bij een shared savings contract delen zorgaanbieders gerealiseerde besparingen in de zorgkosten, onder de voorwaarde dat de kwaliteit van de zorg niet in geding is. Zorgverzekeraar Menzis testte het door Hayen ontwikkelde contract met deelnemende huisartsen van Arts en Zorg. In het experiment werden ze beloond voor besparingen op de totale zorgkosten, dus ook voor kosten buiten de eigen praktijk. Besparingen werden gerealiseerd wanneer het zogenaamde kostengemiddelde per verzekerdenjaar significant lager is dan dat van de benchmark. De mate waarin deze besparingen werden gedeeld met de huisarts hing af van de kwaliteit van de zorg.
Hayen vond dat de zorgkosten met 3,5% waren afgenomen. De prikkel leidde bij huisartsen tot besparingen in de medisch-specialistische zorg, de diagnostische zorg en de huisartsenzorg. De patiënttevredenheid bleef voor en na het experiment constant.
Besparingen bij verzekerden
Hayen analyseerde verder bij verzekerden een prikkel in het systeem van eigen bijbetalingen. Verzekerden die moeten bijbetalen, hetzij via een eigen risico of via een no-claim, gebruiken minder zorg maar gebruiken nóg minder zorg – bijna twee keer zo sterk – wanneer het systeem van bijbetalen wordt vormgegeven als een eigen risico. Economisch bezien zijn beiden hetzelfde: de no-claim bonus aan het eind van het jaar wordt in feite bekostigd door premiestijging. Deze uitkomst kan verklaard worden door ‘aversie tegen verlies’, die mensen hebben. Deze aversie maakt deel uit van de zogenaamde Vooruitzichttheorie.
Bron: Tilburg University
Reactie
Elke keer als ik lees dat verzekerden het eigen risico als een last ervaren of als financiële prikkel om minder zorg te vragen om hun portemonnee niet zo te raken wordt ik pissig. Als chronisch zieke heb je die keuze namelijk niet oof niet zo snel. Medicijnen blijven nodig om te kunnen functioneren of om niet steeds zieker te worden. En vaak ben je ook nog eens verplicht om veel van je zorg te ontvangen in het ziekenhuis van specialisten. Hiermee worden de chronisch zieken en gehandicapten elke keer onevenredig hard getroffen, afhankelijk van zorg en vaak al een kleiner inkomen maken dat zij op andere plekken moeten zien te bezuinigen. En dat komt dan vaak uit de boodschappen waardoor men ongezonder gaat eten (want ongezonde voeding is goedkoper dan gezonde voeding), verzekeringen zelf (met als gevolg soms juist nóg slechtere vergoedingen) of niet meer kunnen betalen van de rekeningen waardoor een schuld opgebouwd word waar men eigenlijk niet meer van af kan komen. Of in het ergste geval stoppen met medicijnen en zorg ontvangen waardoor de levenskwaliteit sterk verslechterd en soms mensen komen te overlijden. Zouden dit soort onderzoekers daar ook eens naar willen kijken of is deze groep niet belangrijk genoeg?
Plaats een opmerking