Overlijden mensen met een fysiek actief beroep eerder?

Mensen die voor hun werk fysiek actief zijn hebben een 18% hogere kans om vroegtijdig te overlijden. Dit concluderen onderzoekers van VUmc op basis van hun onderzoek waarbij ze informatie van bijna tweehonderdduizend proefpersonen uit dertien landen hebben gecombineerd.

Dagelijks bewegen

Fysieke activiteit wordt vaak als een medicijn gezien voor de preventie van hart- en vaatziektes, suikerziekte en kanker. Daarom wordt in de Nederlandse beweegrichtlijnen geadviseerd om dagelijks ongeveer een half uur te bewegen. Het onderzoek van VUmc laat nu zien dat deze dagelijkse beweging beter niet tijdens het werk kan plaatsvinden. Oorzaken voor de verrassende gezondheidsverschillen tussen bewegen in de vrije tijd en op het werk, zo speculeren de onderzoekers, zouden kunnen liggen in het verschil in de aard van bewegen. Bewegen in de vrije tijd, zo weten we, is vaak intensief en vindt in relatief korte periodes plaats waardoor je fit en sterk wordt. Terwijl bewegen op het werk soms wel tot acht uur per dag kan duren en hierdoor een langdurige belasting op het lichaam kan veroorzaken.

Fysieke actieve beroepen

Er is nog steeds een grote groep mensen die fysieke actieve beroepen werkt, bijvoorbeeld bouwvakkers, stratenmakers en verpleegkundigen. Uit eerder onderzoek weten we al dat mensen met dergelijke beroepen over het algemeen korter, maar ook in slechtere gezondheid, leven. Volgens het huidige VUmc-onderzoek speelt de mate van fysieke activiteit tijdens het werk een belangrijke rol bij het gezond zijn en blijven van deze mensen. Bewegen zal een belangrijke rol moeten gaan spelen in medische adviezen om mensen gezond en duurzaam inzetbaar houden. Hoewel het heel verleidelijk is om na een dag hard werken op de bank te ploffen, zullen vooral mensen met zware beroepen gestimuleerd moeten worden in hun vrije tijd een rondje te gaan rennen of een balletje te gaan slaan.
Het artikel is vandaag verschenen in het gerenommeerde vaktijdschrift British Journal of Sports Medicine.

Bron: VUmc