Blijf op de hoogte

Samenwerken noodzakelijk voor arbeidsparticipatie

Het hebben van werk is voor iedereen belangrijk. Niet alleen levert het een inkomen op, het zorgt ook voor een doel in het leven. Er wordt dan ook vaak gesteld dat mensen met een baan gelukkiger en gezonder zijn. Echter is het vinden van een baan niet voor iedereen even gemakkelijk.

Met name mensen met een arbeidsbeperking, een lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap, hebben moeite met het vinden van een reguliere baan. Daarom is de Participatiewet ingevoerd. Toch is deze wet niet afdoende. Om arbeidsparticipatie voor mensen met een beperking tot een succes te maken is goede samenwerking tussen sociale werkbedrijven en reguliere bedrijven en de overheid essentieel.

Om mensen met een lichamelijke of psychische beperking aan het werk te helpen, zijn ooit de sociale werkbedrijven opgericht. “Deze voorziening was de laatste jaren een beetje uit zijn voegen gegroeid. Er waren bepaalde regio’s in het land waar de sociale werkvoorziening de grootste werkgever was geworden, waardoor het doel voorbij was gestreefd”, vertelt Hans de Boer, voorzitter van werkgeversorganisatie VNO-NCW. Om meer arbeidsvermogende mensen, met en zonder beperking te ondersteunen in hun zoektocht naar regulier werk is op 1 januari 2015 de Participatiewet ingevoerd.

Regulier werk voor mensen met een arbeidsbeperking

Ervoor zorgen dat mensen met een arbeidsbeperking een reguliere baan vinden, wordt door velen als positief ervaren. Zo ook door Job Cohen, onafhankelijk voorzitter van Cedris (de landelijke vereniging voor sociale werkgelegenheid en re-integratie). “Werk geeft structuur, zin aan het leven, genereert een eigen inkomen en dus zelfstandigheid, stimuleert zelfvertrouwen en verdere ontwikkeling. Dat zijn allemaal weer aspecten die gezondheidsrisico’s verminderen.”

Voor bedrijven kan het in dienst nemen van mensen met een arbeidsbeperking ook van grote waarde zijn. Er zijn verschillende situaties waarin een businesscase te maken is, licht De Boer toe. “Als jij door gebruik te maken van de middelen die er zijn, zoals subsidies en regelingen, iets neer kunt zetten wat nog geld oplevert ook, is dat fantastisch.” Als voorbeeld noemt hij bedrijven die voorheen eenvoudig werk uitbesteedden aan mensen in het buitenland, werk dat zij nu door Nederlandse arbeidsgehandicapten laten doen. Naast de financiële incentive, komt de toegevoegde waarde voort uit het completer maken van een bedrijf. De Boer vertelt dat het voor bedrijven belangrijk is om geluiden en ervaringen van verschillende soorten mensen mee te nemen, om zo het bedrijf en diens werknemers te verrijken.

Banen creëren

Voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt is nog niet genoeg werk beschikbaar. Daarom hebben sociale partners en het kabinet in het sociaal akkoord afgesproken om tussen 2014 en 2026 125.000 extra banen te creëren voor mensen met een arbeidsbeperking; 100.000 in het bedrijfsleven en 25.000 binnen de overheid. Een belangrijke beslissing, want in 2015 had slechts 42 procent van de 25- tot 45-jarigen met een arbeidshandicap betaald werk, zo blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Bij mensen zonder arbeidshandicap was dit cijfer ruim twee keer zo hoog: 87 procent. Daarnaast is ook het werkloosheidspercentage voor arbeidsgehandicapten (15,8 procent) twee keer zo hoog als dat van niet-arbeidsgehandicapten (7,6 procent). “Met het streven naar een gewone werkplek voor zoveel mogelijk mensen met een arbeidsbeperking heeft het kabinet een hoge ambitie uitgesproken”, vindt Mariëtte Hamer, voorzitter van de Sociaal-Economische Raad (SER).

Alle hands on deck

De Boer vertelt dat de komende jaren de ideale situatie is om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt werk te bieden en het hands on deck-concept een kans te geven. Nederland gaat volgens hem richting een situatie van volledige werkgelegenheid. Dit heeft te maken met de conjunctuur, maar ook met het feit dat Nederland voor een aantal grote opgaven staat, zoals het innoveren van de infrastructuur. Als gevolg hiervan zal de komende jaren voldoende werk zijn. Belangrijk is wel dat het aannemen van mensen met een arbeidshandicap aantrekkelijk wordt gemaakt voor ondernemers. “Je moet met leuke voorstellen komen om samen de handen uit de mouwen te steken. Dat spreekt een ondernemer aan. Je moet het motiveren en makkelijk maken voor ondernemers.”

Instrumenten voor succes

  • Er is maatwerk nodig om tot een succesvolle en duurzame match te komen. Dat vraagt een landsdekkende beschikbaarheid van passende instrumenten. Volgens Hamer en Cohen zijn er zes functionaliteiten die op regionaal niveau aanwezig moeten zijn om voor een succesvolle uitvoering van de participatiewet en realisatie van de ambitieuze baanafspraak te zorgen:
    Het adviseren van werkgevers over het werkproces op maat. Hierbij moet worden gekeken naar de taken die binnen het bedrijf aanwezig zijn. Kunnen deze zo ingedeeld of aangepast worden dat zij geschikt zijn voor mensen met een arbeidsbeperking, of kunnen door samenvoegen van bestaande werkzaamheden nieuwe banen gecreëerd worden?
  • Het ontwikkelen van werknemersvaardigheden, het voorbereiden van mensen op werk door het opdoen van arbeidsritme en aanleren van werkhoudingen.
  • Het bieden van ondersteuning aan arbeidsgehandicapten en de werkgevers die hen in dienst hebben, door bijvoorbeeld de inzet van een jobcoach.
  • Het aanbieden van detacheringsfaciliteiten, waardoor werkgevers desgewenst geen extra risico’s hoeven te lopen of andere administratieve verplichtingen hoeven te nemen bij het in dienst nemen van de doelgroep. Dit zal het werkgeversrisico verkleinen en de werkgevers ontzorgen.
  • Het ontwikkelen van regionale werkgeversnetwerken, waarbinnen sociale werkvoorzieningsbedrijven en reguliere bedrijven samenwerken.
  • Het blijven bieden van beschut werk, bij een sociaal werkbedrijf, aan mensen die wel in staat zijn tot werk, maar als gevolg van zeer grote arbeidsbeperkingen niet bij een reguliere werkgever op een normale werkplek terechtkunnen.

Samenwerken met reguliere bedrijfsleven

De gemeenten hebben de regie op het in stand houden van een werkbare infrastructuur en zijn eindverantwoordelijk voor het tot stand brengen van een infrastructuur waarin deze zes functionaliteiten aanwezig zijn. Zij moeten daarbij nauw samenwerken met het reguliere bedrijfsleven, sociale werkbedrijven en sociale ondernemingen.

Volgens Hamer moet deze samenwerking bekeken worden als een keten van mogelijkheden, waarbinnen de verschillende instrumenten een plek krijgen. De sociale werkbedrijven, waar mensen terechtkunnen voor beschut werk, begeleiding naar betaald werk, of ondersteuning bij re-integratie, vervullen een belangrijke rol bij de inzet van deze instrumenten. Daarnaast zijn er sociale ondernemingen die zich via ondernemerschap richten op winst, maar ook op het bieden van plekken aan mensen met een beperking. Ook bij gewone bedrijven en de overheid zijn talloze mogelijkheden om mensen met een beperking een betaalde baan te bieden en dit inpassen in de reguliere organisatie.

Cohen voegt toe dat zeker de bedrijven die maatschappelijk ondernemen hoog in het vaandel hebben staan, graag bereid zijn om te kijken wat ze kunnen doen. Zij hoeven hier geen geld aan te verdienen, maar het mag hen ook geen geld kosten. “Ze willen er geen gedoe aan hebben.” De zes instrumenten kunnen deze ondernemers de mogelijkheden bieden om vorm te geven aan het bieden van werk.

Goede match met een bedrijf

Belangrijk is een goede match met een bedrijf en voldoende blijvende begeleiding zodra een werknemer op zijn plek zit. “Je zult goed moeten kijken naar wat iemand kan en in welke omgeving het werk gedaan kan worden. De bestaande sociale infrastructuur van sociale werkbedrijven moet overeind blijven om een sluitend vangnet beschikbaar te hebben”, legt Hamer uit. Stel; een werknemer werkt al een aantal jaar bij een gewoon bedrijf en dat gaat goed, totdat de gezondheid verslechterd en de situatie voor de betrokkene en het bedrijf niet meer passend is.

Dan moet deze werknemer terug kunnen vallen op een andere werkvoorziening, zoals een plek in de sociaal werkbedrijf, voor beschut werk, want anders zit diegene thuis. Daartegenover kan iemand zich ook ontwikkelen en juist van een sociaal werkbedrijf doorgroeien naar werk bij een regulier bedrijf. Daarom moeten volgens Cohen in iedere arbeidsregio de eerdergenoemde functionaliteiten aanwezig zijn om mensen weer aan het werk te brengen en te houden. Er moet volgens hem een regionaal netwerk ontstaan waarin bedrijven, sociaalwerkbedrijven en de overheid elkaar kennen en kunnen samenwerken, om op die manier de juiste verbanden te kunnen leggen.

Misverstanden bij het bieden van werk aan mensen met een beperking

De Boer vertelt dat er nog de nodige misverstanden en vooroordelen bestaan wat betreft het bieden van werk aan mensen met een beperking. Volgens hem werkt het volgens een regel van Cruijff: “Tien procent is fan van me, tien procent heeft een bloedhekel aan me en tachtig procent zal het een worst wezen.” Toegepast op het bieden van werk ziet het er dan als volgt uit: tien procent van de ondernemers wil er echt mee uit de voeten, tien procent ziet er niets in en tachtig procent van de ondernemers wil op zich wel meedoen, maar weet niet hoe. Wanneer men zich richt op de tachtig procent kan winst worden behaald. De Boer: “Dat is ook wat we beogen met het initiatief Op naar de 10.0000 onder leiding van Aart van der Gaag.” Cohen is het hiermee eens en zegt dat er altijd veel winst te behalen is bij bedrijven die niet weten hoe zij vorm kunnen geven aan het bieden van werk aan arbeidsgehandicapten.

Van afstand naar bijdrage

Gelukkig zijn er ook veel voorbeelden te noemen van organisaties die al wel weten hoe zij hun steentje kunnen bijdragen. Cohen noemt het ministerie van Buitenlandse Zaken als een van hen. Zij wilden ook kijken wat zij konden doen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en hebben voor een aantal van hen een soort etagefunctie gecreëerd. “Deze werknemers brengen nu koffie en post rond, kopiëren documenten, enzovoorts. Dit bevalt zo goed en dat het ertoe geleid heeft dat deze werknemers een vaste plek binnen het bedrijf hebben gekregen.”

Cohen is van mening dat alle bedrijven een positieve rol kunnen spelen door in te zetten op wat hij noemt ‘van A naar B’: van afstand naar bijdrage. “Er is nog ontzettend veel te doen, want er zijn nog veel meer mensen die een bijdrage kunnen leveren aan de samenleving en dat ook heel graag willen.” Aan het werk zijn kan mensen gelukkig maken: iets te doen hebben dat ertoe doet. Door dit voor meer mensen mogelijk te maken, wordt de samenleving een beetje beter, besluit hij.

Gerelateerde artikelen

De niet-invasieve prenatale test (NIPT) wordt al langer gebruikt om chromosoomafwijkingen zoals het syndroom van Down vast te stellen. De test geeft ook uitsluitsel over het geslacht van het kind.…

Het zaadje van Value Based Health Care (VBHC) is geplant in de Nederlandse gezondheidszorg. Ongeveer een derde van de ziekenhuizen noemt VBHC in het jaarverslag. “Het is nu op de…

Werknemers die langdurig aan statisch magnetische velden worden blootgesteld bij de productie van MRI-scanners hebben een verhoogde kans op hoge bloeddruk, ongevallen tijdens onder meer het woon-werkverkeer en verminderde slaap.…

Mensen met een chronische ziekte zoals suikerziekte, artrose of COPD ervaren commercieel verkrijgbare activiteitenmeters vaak als te ingewikkeld. Activiteitenmeters zijn apparaten die bijvoorbeeld om de pols of met een klip…

Het gebruik van e-health-toepassingen wordt sinds 2013 jaarlijks gemonitord door Nictiz en het Nivel. Naarmate de jaren verlopen, zijn meer data beschikbaar en worden trends zichtbaar. Programmamanager Britt van Lettow…

Reactie

Plaats een opmerking

Onthoudt mijn naam en e-mailadres in de browser voor de volgende keer dat ik een opmerking plaats.