Biologisch eten wint steeds meer terrein

Nooit eerder is de verkoop van biologische producten zo hoog geweest. Vijf jaar geleden gaven consumenten 752,1 miljoen euro uit aan biologisch eten. In 2013 werd de mijlpaal van 1 miljard euro bereikt. De vraag naar biologische producten stijgt, ook wereldwijd. De razendsnelle groei roept vragen op. Want: is er wel voldoende biologisch voedsel? Zijn er voldoende boeren die biologisch willen telen? Kortom: hoe ziet de toekomst van biologisch voedsel eruit in Nederland?

Hogere uitgaven aan biologisch eten

Nederlanders besteden een steeds groter deel van hun inkomen aan biologisch eten. Bavo van den Idsert van Bionext, de ketenorganisatie van boer tot bord, denkt te weten hoe dat komt. “Omdat consumenten vinden dat de producten gezonder en smaakvoller zijn en omdat bij het produceren ervan het dierenwelzijn hoog in het vaandel staat.” Jurrien Roossien, initiatiefnemer van Bio1000, beaamt dat. “Ik zie een brede beweging in mensen die steeds beter opletten waar ze hun geld aan uitgeven. Niet alleen hoog opgeleiden, maar consumenten uit alle geledingen. Er worden andere keuzes gemaakt dan in het verleden. Wereldwijd”, benadrukt Roossien.

Echte, eerlijke prijzen

Naast de groep die de keuze heeft gemaakt, is er een groep mensen die wel biologisch wil eten, maar het te duur vindt. Begrijpelijk, maar onterecht. Gekeken moet worden naar true price. Van den Idsert wil het scherper stellen: biologisch voedsel is niet duur, maar de gangbare producten die verkrijgbaar zijn in de supermarkten zijn te goedkoop geprijsd.

De kosten van biologische producten zijn de echte, eerlijke prijzen waar veel maatschappelijke waardes aan zijn verbonden. Zo is er respect voor de natuur en dat bevordert de biodiversiteit. De producten zijn gezonder omdat ze zonder bestrijdingsmiddelen worden verbouwd en beter samengesteld. “Vijftig procent van de Nederlandse bevolking is te zwaar, met ziektes als gevolg en dat kost de gezondheidszorg miljarden”, vindt Van den Idsert.

Uit onderzoek blijkt dat wie goed op zijn voeding let gemiddeld rond zijn 72ste te maken krijgt met chronische ziekten, terwijl mensen die het niet zo nauw nemen met hun voedselconsumptie al vanaf 55ste tobben met chronische ziekten als diabetes.

De opkomst van de bioboer

Bang dat er in de toekomst niet kan worden voldaan aan de vraag naar biologisch voedsel is onnodig. Er is wel meer aandacht nodig voor omschakelen. De varkensboeren, de zuivelboeren, ze kijken met een schuin oog naar hun biologische collega’s die de wind mee hebben. Omschakelen doe je niet zomaar, weet Roossien. “Deze boeren zijn vaak gebonden aan partijen. Bioboer worden is een behoorlijke stap. Als die stap is genomen, wordt gezegd: ‘Prima, succes met de certificering en als de papieren binnen zijn, zien we je terug.’ De benodigde kennis vergaren duurt minimaal twee jaar. Dat is een enorme investering voor een boer.” Dat biologisch de toekomst heeft, is ook doorgedrongen tot de chemische industrie: grote bedrijven investeren inmiddels in biologische bestrijdingsmiddelen. “Dat zegt genoeg”, besluit Van den Idsert.